Dierenwelzijn en diergezondheid

Een bewuste consument van vlees wil graag weten hoe de dieren geleefd hebben die hij uiteindelijk op zijn bord krijgt. Maar hoe kun je nu beoordelen of de dieren een goed leven hebben gehad? Hebben de dieren hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen? Hebben ze voldoende ruimte gehad? Hebben ze geen pijn geleden? Hoe zit het met het gebruik van antibiotica? Bij de boeren van Meat Your Own kan iedereen zelf vaststellen hoe de dieren geleefd hebben.

Vijf vrijheden van Brambell

De stelregel bij het meten van dierenwelzijn is dat dieren zo min mogelijk negatieve gevolgen moeten ervaren van het ingrijpen van de mens. Hierbij staan de vijf vrijheden van het dier centraal, die in 1974 door Brambell werden geformuleerd.

Dieren moeten:

  1. vrij zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen;
  2. vrij zijn van dorst, honger en onjuiste voeding;
  3. vrij zijn van fysiek en mentaal ongerief;
  4. vrij zijn van pijn, verwonding en ziektes;
  5. vrij zijn van angst en chronische stress.

Hieronder wordt kort aandacht besteed aan een aantal aspecten van dierenwelzijn op de boerderij.

Ruimte

In het geval van dierenwelzijn wordt vaak gesproken over natuurlijk gedrag. Er wordt dan een inschatting gemaakt in hoeverre de dieren op de boerderij zich kunnen gedragen zoals ze dat in de natuur zouden doen. Het hebben van voldoende ruimte, is hierbij een belangrijke voorwaarde. Dieren zijn nieuwsgierig en zitten niet graag stil. De mogelijkheid om te bewegen, is daarom belangrijk voor hun welzijn.

Uitloop

Naast dat dieren graag willen bewegen, zijn ze ook graag buiten. Iedereen die wel eens een varken door de modder heeft zien rollen of de koeien door de wei heeft zien springen, zal dat bevestigen. Aan de andere kant staan koeien tijdens een koude winter of een hete zomer het liefste op stal. Het aanwezig zijn van een goed onderdak met de mogelijkheid om naar buiten te gaan, voegt daarom veel toe aan het welzijn van dieren.

In onderstaand tekening is te zien wat de verschillen zijn in ruimte en uitloop van verschillende manieren van vleeskuikenhouderij.

Bron: Stichting Kip.Kiplekker.nl

Ingrepen

Om te zorgen dat de dieren niet gewond raken of om de kwaliteit van het vlees te bewaken, is het soms nodig om ingrepen uit te voeren. Om te voorkomen dat runderen elkaar of de boer bezeren, worden zij bijvoorbeeld vaak onthoornd. Maar soms zijn ook ingrepen nodig om de smaak van het vlees goed te houden. Zo worden mannetjesvarkens (beren) gecastreerd, omdat hun vlees in sommige gevallen een onaangename geur afgeeft na het bakken.

Wanneer meer dieren bij elkaar worden gehouden, kan eerder de noodzaak ontstaan om ingrepen uit te voeren. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat dieren in elkaars staart gaan bijten (bij varkens). Beter is het om de oorzaak van het staartbijten aan te pakken door de dieren in een omgeving te houden die voorziet in hun natuurlijke behoefte om te wroeten en te spelen. 

Speelmateriaal

Dieren zijn vaak slimmer dan je denkt. Zo zijn varkens heel intelligente dieren. Als ze in een hok zitten, komt het daarom nogal eens voor dat ze zich gaan vervelen. Het ophangen van speelmateriaal, zorgt ervoor dat de varkens iets te doen hebben. Dat kan een ketting zijn, maar ook stro of een houtblok biedt afleiding. Varkens die naar buiten kunnen, hebben daar meestal al veel afleidingsmateriaal. Er wordt ook geëxperimenteerd met veel geavanceerdere speeltjes, zoals in onderstaand filmpje te zien is.

Snelgroeiend of langzaamgroeiend ras

Veel landbouwhuisdieren worden zodanig gefokt dat de voederconversie (hoeveelheid voer die nodig is om 1 kg vlees te produceren) zo laag mogelijk is en de dieren zo snel mogelijk slachtrijp zijn. Met name bij vleeskuikens leidt dit ertoe dat de kuikens snel zwaar worden en daardoor problemen krijgen met lopen. De langzaam groeiende rassen hebben deze problemen veel minder. Ook is de smaak van dieren die langzamer groeien vaak beter. 

Periode die jonge dieren bij de moeder doorbrengen

Jonge dieren gaan na verloop van tijd over van het drinken van moedermelk naar het eten van vast voedsel. Biggen en kalveren worden op een gegeven moment bij de moeder weggehaald. Als dat te snel en te vroeg gebeurt en ook nog eens samenvalt met de stress van de scheiding van de moeder en het vormen van nieuwe groepen dieren die elkaar nog niet kennen gaat dit ten koste van het welzijn en de gezondheid van de dieren. Het is positief als de jonge dieren langere tijd bij de moeder kunnen blijven. 

Antibioticagebruik

Om ziekte te genezen, worden dieren op de boerderij behandeld met antibiotica. Maar steeds vaker worden dieren ook met antibiotica behandeld om ziekte te voorkomen. Hierdoor kunnen de ziekmakende bacterieën ongevoelig worden, waardoor de antibiotica niet meer werkzaam zijn. Infectieziekten die door deze bacteriën worden veroorzaakt, zijn daardoor moeilijker te controleren en kunnen zich makkelijk verspreiden. 

Bovendien zijn er bacteriën die ziektes kunnen veroorzaken bij dieren en bij mensen. Ook bij mensen kunnen zo ziektes ontstaan die moeilijk te behandelen zijn. Het verstandig gebruiken van antibiotica in de veehouderij is daarom erg belangrijk voor de gezondheid van dieren en van mensen. Bij de Meat Your Own boeren kunt u zelf nagaan hoe zij omgaan met het gebruik van antibiotica. 

Het Voedingscentrum geeft meer informatie over antibioticagebruik in de veehouderij.

Meer informatie

Wilt u meer weten over dierenwelzijn en diergezondheid en wat deze begrippen precies inhouden? Dan kunt u terecht op de volgende websites: